Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

 

Artikel 71a
1
De werkgever jegens wie de verzekerde, bij ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, recht heeft op loon als bedoeld in artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak heeft op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet houdt aantekening van het verloop van de arbeidsongeschiktheid en de reïntegratie van de verzekerde.
2
De werkgever, bedoeld in het eerste lid, stelt binnen een door Onze Minister nader te bepalen termijn, in overeenstemming met de verzekerde een plan van aanpak op. De afspraken die in het plan van aanpak zijn gemaakt worden door werkgever en verzekerde nageleefd. Het plan van aanpak wordt periodiek geëvalueerd.
3
Uiterlijk twee weken voordat de termijn is verstreken waarbinnen de belanghebbende op grond van artikel 34, derde lid, eerste volzin, zijn aanvraag voor toekenning van de arbeidsongeschiktheidsuitkering dient te doen stelt de werkgever, bedoeld in het eerste lid, in overleg met de verzekerde een reïntegratieverslag op en verstrekt de werkgever hiervan een afschrift aan de verzekerde.
4
Indien artikel 19, zevende lid, toepassing heeft gevonden:
a
stelt de werkgever in overleg met de verzekerde, indien hij nog geen reïntegratieverslag heeft opgesteld, in afwijking van het derde lid, het reïntegratieverslag uiterlijk 14 weken voor het verstrijken van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vastgestelde verlengde wachttijd, bedoeld in artikel 19, zevende lid, op en verstrekt een afschrift daarvan aan de verzekerde;
b
vult de werkgever in overleg met de verzekerde, indien hij reeds een reïntegratieverslag heeft opgesteld dit reïntegratieverslag uiterlijk 14 weken voor het verstrijken van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vastgestelde verlengde wachttijd, bedoeld in artikel 19, zevende lid, aan en verstrekt een afschrift daarvan aan de verzekerde, tenzij de verzekerde verzoekt dit, in verband met het doen van een aanvraag als bedoeld in artikel 34, derde lid, eerder te doen. De werkgever komt binnen twee weken aan dit verzoek tegemoet. Dit lid is van overeenkomstige toepassing bij een aanvraag voor de uitkering na toepassing van artikel 34a, tweede lid.
5
Bij de uitvoering van het eerste tot en met het vierde lid laat de werkgever zich bijstaan door een persoon, als bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Arbeidsomstandighedenwet die belast is met de bijstand, bedoeld in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van die wet of een arbodienst als bedoeld in de Arbeidsomstandighedenwet.
6
De verzekerde verleent zijn medewerking bij het opstellen van het plan van aanpak en het opstellen van het reïntegratieverslag.
7
Bij ministeriële regeling kunnen regels met betrekking tot het eerste tot en met zesde lid worden gesteld.
8
Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 34, derde lid, blijkt dat de werkgever zijn verplichting om een reïntegratieverslag op te stellen niet of niet volledig is nagekomen, stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen aan de werkgever een termijn waarbinnen het reïntegratieverslag wordt verstrekt of aangevuld.
9
Indien bij de behandeling van de aanvraag, bedoeld in artikel 34, derde lid, en de beoordeling als bedoeld in artikel 34a blijkt dat de werkgever zonder deugdelijke grond zijn verplichtingen op grond van het eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid dan wel de krachtens het zevende lid gestelde regels niet of niet volledig nakomt of onvoldoende reïntegratie-inspanningen heeft verricht stelt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen een tijdvak vast, gedurende welke de verzekerde jegens die werkgever recht op loon heeft op grond van artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek dan wel aanspraak op bezoldiging op grond van artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet.
Dit tijdvak is ten hoogste 52 weken en wordt afgestemd op de periode die nodig wordt geacht om alsnog voldoende reïntegratie-inspanningen te leveren.
10
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor de toepassing van het negende lid nadere regels worden gesteld.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •